OlieOnline Academy
OlieOnline Academy
Preface
When purchasing lubricants, you encounter many lubrication-related terms. We can imagine that some of the terms you come across in our brochures, product overviews, technical & safety data sheets might sound familiar to you.
Since you don't deal with them on a daily basis, we understand that it can be tricky to remember their precise meanings. That's why we have specially compiled OlieOnline Academy for you.We hope that the content of OlieOnline Academy will assist you in understanding lubrication terminology.
Our expertise goes far beyond this. We'd love to share infinite tribological and lubrication knowledge with you. The question is whether that would be beneficial.
Our goal is to align the content of OlieOnline Academy as closely as possible with your needs and questions. However hard we try, we believe there's always room for improvement. That's why we constantly strive to provide you with more insights.
We understand that OlieOnline Academy may not have all the answers to your questions. So if you haven't found what you're looking for after consulting it, please contact us.
Lubricant and Tribology (Study of Friction)
Demo Toogles
Lubricant and Tribology (Study of Friction)
Table of Contents
Flash Point (Cleveland Open-Cup)
Elastohydrodynamic Lubrication
Extreme Pressure (EP) Additive
Mixed Base Grease (Mixed Soap Grease)
ISO Viscosity Grade (VG) System
Stickiness Additive / Adhesion Additive
Material Safety Data Sheet (MSDS)
Multipurpose Grease / Multifunctional Grease
NLGI (National Lubricating Grease Institute)
PAK (Polycyclic Aromatic Hydrocarbon)
PCB (Polychlorinated Biphenyl)
Penetration or Penetration Number
Pensky-Martens Closed Cup (PMCC)
SAE (Society of Automotive Engineers)
SCL (Silicone Controlled Lubricant)
Semi-Synthetic in Metalworking
Straight Mineral Oils / Base Oils
TOST (Turbine Oil Stability Test)
Universal Tractor Transmission Oil UTTO & STOU
Abrasive Wear
A type of wear caused by hard particles trapped between moving parts, such as gears.
ACEA
De Acea is opgericht in 1991 en vertegenwoordigt de belangen van de Europese auto- en truckfabrikanten. De leden zijn BMW Group, DAF Trucks, Daimler, Fiat, Ford of Europe, General Motors Europe, Jaguar Land Rover, MAN Truck & Bus, Porsche, PSA Peugeot Citroën, Renault, Scania, Toyota Motor Europe, Volkswagen, Volvo Cars en Volvo Group.
Additief / Toevoegingsmiddel
Samen met de basisolie(kwaliteit) bepalen additieven in hoeveelheid en kwaliteit de uiteindelijke kwaliteit van een smeerolie. Feitelijk is een additief een chemisch component die, wanneer gemengd met een aardolieproduct, bepaalde eigenschappen of prestaties kunnen verbeteren of negatieve eigenschappen kunnen verminderen. Voorbeelden zijn Antioxidanten, Antischuim-, Extreme Pressure -(EP), Viscociteitsverbetereaars-, Anti-corrosie-, Dispergerende- & Detergerende additieven, daarnaast bestaat er een breed scala aan inhibitoren etc.
Additief niveau
Het totale percentage van alle additieven in een olie.
Anti-klopmiddelen
Weerstand van een benzine tot detonatie in een verbrandingskamer
Anti-oxidant
Een additief opgenomen in het smeermiddel, die de chemische afbraak van de basisolie sterk afremt en die andere bestanddelen afremmen om met zuurstof te reageren.
Anti-schuimmiddel/additief
Een additief dat actief is aan het oppervlak. Werkt eenvoudig door de oppervlaktespanning lokaal te verzwakken hiermee breekt het belletje en wordt schuimvorming onderdrukt.
Oorzaken van overmatig schuim kan zijn:
- Vervuiling van een conserveringsolie (bij een nieuwe machine)
- Water vervuiling (bij smeerolie)
- Vaste vervuiling
- Vermenging met een ander type olie
- Vermenging met een smeervet
- Mechanische oorzaak (denk aan valse lucht aanzuigen of een te klein oliereservoir)
- Extreme filtratie (electrostatische scheidings technieken)
- Overmatige hoeveelheid anti-schuim additief
Anti-slijtage additieven
Een additief opgenomen in een smeermiddel die zich hecht aan het metaaloppervlakte om te voorkomen dat directe metaal-op-metaal contact ontstaat. Zij verlaagt de wrijving en voorkomt hiermee slijtage. Kwaliteitsverschillen bestaan uit het type (hoe effectief is het) en de hoeveelheid additief in een smeermiddel.
Basisolie
Een volledig geraffineerde olie, die een onderdeel is van smeermiddelformuleringen. Hoe verder een basisolie is geraffineerd, hoe zuiverder de basisolie, kortom hoe beter de standtijd. Uiteraard kost dit meer energie en tijd en aandacht waardoor betere basisolie een hoger prijs heeft.
Beginkookpunt
Veel vloeistoffen hebben een kooktraject (breder temperatuur gebied), omdat ze uit een mengingen is van verschillende stoffen bestaan. De temperatuur waarbij het kooktraject begint wordt beginkookpunt genoemd. Volgens methode ASTM D 86, de gemeten temperatuur wanneer de eerste druppel vloeistof vanaf het einde van de condensator valt. Of de temperatuur waarbij de vloeistof begint te koken.
Blauwe zwarte rook
Pas op voor blauwe of zwart rook uit de uitlaat van uw dieselmotor. Dit kan een zorg zijn net als witte rook. Blauwe rook is ernstiger. Het is zelden een tijdelijke mankement, maar een serieus motordefect. Het treedt op als verbranding in de motor gepaard gaat met olie verbranding. De oorzaak ligt bij slechte werking van de zuigerveer (versleten ringen), versleten intake-klepgeleiders of andere oorzaken die een hoog oliegehalte in de verbrandingskamer veroorzaakt. Blauwe rook betekent meestal dat de motor op weg is naar ernstige problemen. Voorkom ernstige motor schade als blauwe rook wordt waar genomen.
Brandpunt (Cleveland Open-Cup)
Het brandpunt van een olie is de temperatuur waarop het moet worden verwarmd zodat er voldoende hoeveelheid damp kortstondig een brandbaar mengsel vormt en ontbrandt. Alles wordt uitgevoerd onder gedefinieerde voorwaarden.
Cetaangetal Index
Een aanpassing van het cetaangetal gebaseerd op API-dichtheid en mid-kookpunt van een brandstof.
CFPP
Koude filtreerbaarheidspunt.
Channeling
Het fenomeen waargenomen bij tandwiel smeermiddelen en vetten verdikken, als gevolg van koud weer of andere oorzaken, zodanig dat een groef ontstaat in het smeermiddel. Deze groef wordt gevormd door het te smeren onderdeel, er ontstaat dus geen of onvolledig contact tussen het smeermiddel en de bewegende delen.
Channel Point
Laagste veilige temperatuur waarbij een smeermiddel kan worden gebruikt.
Chemische stabiliteit
Het vermogen van een stof om chemische afbraak te weerstaan. Tijdens een verbrandingsproces in een verbrandingsmotor ontstaan bijvoorbeeld zurige componenten, deze componenten komen ook in contact met de motorolie. De chemische stabiliteit is dus een van de vele eisen aan een motorolie. Kwaliteitsverschillen in motorolie bestaan o.a. uit hoelang en hoe effectief worden deze componenten worden geneutraliseerd.
Cleveland Open Cup (COC)
Een test voor het bepalen van het open vlampunt en brandpunt van alle aardolieproducten met uitzondering van brandstof en producten met open vlampunt onder 79oC.
Zie ook Flash Point en Fire Point.
Cloud Point
De temperatuur waarbij paraffine kristallen (wax) of andere vaste stoffen beginnen te kristalliseren of uit de oplossing beginnen af te scheiden, wanneer gekoeld onder de voorgeschreven omstandigheden (methode ASTM D 97). Het resultaat is een troebele verschijning aan de olie. Dit verschijnsel wordt ook wel uitvlokken genoemd.
COC
Cleveland Open Cup-Tester. Zie ook Flash Point en Fire Point.
Co-geleermiddel
Een stof die in combinatie werkt met een conventionele zeep om een vet verder te verdikken.
Compatibiliteit
Het vermogen van stoffen om samen te bestaan, zonder dat deze elkaar aantasten.
Complex vet
Een samenstelling waarbij het verdikkingsmiddel een combinatie is van een conventioneel metaalzeep (zout van een metaal-element en een vetzuur met een bepaald type van structuur) en een complexvormer. De complexvormer kan zowel organisch of anorganisch van aard zijn, en kan wel of niet te bebonden zijn met een andere metaal-element.
Compressie ontsteking
Het ontstekingssysteem dat wordt toegepast in een dieselmotor waarbij brandstof wordt ontstoken door in contact te komen met hete, samengeperste lucht.
Consistentie
Een elementaire eigenschap beschrijft de zachtheid of de hardheid van een vet. De weerstand tegen vervorming onder invloed van een toegepaste kracht. Consistentie wordt meestal aangegeven door een NLGI-nummer, soms ook door schijnbare viscositeit of ASTM penetratie. Deze term wordt als synoniem gebruikt voor de term penetratie-nummer van een vet. Een hoog NLGI nummer betekent een consistenter / stijver vet.
Corrosie
In de volksmond ook wel roest genaamd. Het aantasten van materiaal als gevolg zuur of elektrochemische reactie. Corrosie komt in vele vormen voor en is een gigantische schadepost voor industriële en mobiele toepassingen. Een goede smeerolie en smeervet kan veel corrosie- en gevolgschade voorkomen.
Corrosie-inhibitor
Een additief opgenomen in een smeermiddel om te beschermen tegen corrosie. Kwaliteitsverschillen in smeermiddelen bestaan uit de effectiviteit en hoeveel corrosie-inhibitor.
Demulgeren
De splitsing van een emulsie, de mix van de gemengde vloeistoffen is niet meer stabiel.
Detergerend vermogen
De eigenschap van een smeerolie die afzettingen voorkomen (of te verminderen). Afzettingen worden gevormd onder hoge temperatuur tussen olie van zure verontreinigingen. Deteregerend vermogen kan naast vuil ook waterdeeltjes in zweving houden. Hierdoor hoeft een systeem niet te worden afgetapt omdat water zich niet ophoopt met alle schadelijke gevolgen van dien. Denk hierbij aan bijvoorbeeld:
- Corrosie vorming
- Cavitatie
- Vuilafzetting in componeneten waardoor ze niet goed meer bewegen
Meer weten?
Neem dan contact op met de specialisten van OlieOnline.
Detergent
De actieve stof die het detergerend vermogen van een olie bevordert.
Dichtheid
De massa van een volume-eenheid van een stof. De numerieke waarde varieert met de gebruikte eenheden. De basisolie polyglycool is zwaarder dan water de overige zijn lichter, een goede manier om een polyglycool te onderscheiden van andere oliën. Erg zinvol zie polyglycool.
Dikke filmsmering
Hetzelfde als hydrodynamische smering.
Diëlektrische sterkte
Het vermogen van een isolerende vloeistof om elektrische spanning zonder doorslag te doorstaan. Vloeistoffen met een hoge diëlektrische sterkte (meestal uitgedrukt in volt of kilovolt) zijn goede elektrische isolatoren.
Di-ester Olie
Een synthetische smeerolie gemaakt van esters; ook wel esterolie.
DIN
Deutsche Industrie Norm.
Dispergeermiddel
Een additief in sommige formulaties die onoplosbare verontreinigingen in zweving houden en voorkomen dat filters dichtslibben.
Dispergeren
Een additief die fijne deeltjes van onoplosbare materialen in een homogene oplossing houdt. Hierdoor kunnen de deeltjes niet samenklonten en zich afzetten, of filters blokkeren met alle nadelige gevolgen vandien.
Dompel Olie
Een olie-of vetachtig materiaal gebruikt op metalen van een tijdelijke beschermlaag tegen roest, corrosie, enz.
Droge-film smeermiddel
Vast materiaal tussen twee bewegende oppervlakken die voorkomen dat metaal-op-metaal contact ontstaat. Dergelijke materialen zijn vooral nuttig in de regio van grenssmering, en voor smering onder bijzondere omstandigheden van extreem hoge of lage temperatuur, waar de gebruikelijke smeermiddelen ontoereikend zijn. Enkele voorbeelden zijn grafiet, molybdeen di-sulfide, boriumnitride en bepaalde kunststoffen zoals Polytetrafluorethyleen harsen (PTFE wordt vaak als Teflon aangeduid, dit is een merknaam van Dupont).
Dropping Point
De laagste temperatuur waarbij een smeervet voldoende olie kan afgeven om te smeren.
Druksmering
Een systeem van smering waarbij het smeermiddel wordt gepompt door middel van leidingen en kanalen om de oppervlakken te smeren.
Dry sump
Een systeem van smering gebruikt in sommige versnellingsbakken waarin het smeermiddel wordt verdeeld en toegevoegd op specifiek plaatsen in de versnellingsbak in een stroom van droge perslucht.
Dunne filmsmering
Hetzelfde als gemengde smering.
Dynamische wrijving
De kracht die nodig is om een lichaam te laten glijden over een ander lichaam als deze reeds in beweging is.
Dynamische viscositeit
De viscositeit is de weerstand die het smeermiddel biedt tegen vervorming door afschuiving. Dynamische viscositeit wordt vaak aangeduid als ή en heeft als eenheid Pa.s. In de praktijk wordt meestal mPa.s gebruikt, vroeger bekend als cP (centiPoise). De dynamische viscositeit kan worden gebruikt in berekeningen, zoals bijvoorbeeld de berekening van de smeerfilmdikte in een concrete toepassing. In de meeste (nogal complexe) formules voor de berekening van smeerfilmdiktes blijkt de smeerfilmdikte ongeveer evenredig is met ή0,7.
Elastohydrodynamische Smering
Smering die ontstaat waarbij de delen geheel van elkaar worden gescheiden door een smeerfilm.
Emulsibility
Het vermogen van een niet-water mengbare vloeistoffen tot een emulsie met water te mengen. Emulsie is een gelijkmatige verdeling van een vloeistof in een andere vloeistof.
Emulgator
Een additief dat helpt bij het emulgeren van twee vloeistoffen en die stabiliteit van de emulsie mogelijk maakt.
Emulsie
Een mechanische menging van twee niet-mengbare vloeistoffen, zoals olie en water. Water-in-olie emulsies hebben water als de interne fase en olie als de externe. Olie-in-water emulsies hebben water als de externe fase en olie als de interne.
Ester
Een chemische verbinding die wordt gevormd door de reactie tussen een alcohol en een organisch zuur.
Extreme Pressure (EP) Toevoegingsmiddel / Additief
Een chemische verbinding met als doelstelling het verminderen van slijtage, onder hoge contactdruk. EP-additieven vormen een beschermende chemische film op het oppervlak, waarmee zij in contact komen. Indien er dan toch direct contact tussen de metaaloppervlakten ontstaat dan kunnen deze door de hoge drukken aan elkaar “lassen”, EP additieven verzwakken tevens de gevormde lassen waardoor minder slijtage ontstaat.
Filler
Elke vaste stof zoals talk, mica, of verschillende poeders, enz., die wordt toegevoegd aan een vet om het gewicht of de samenhang te vergroten.
Filmsterkte
Het vermogen van een smeerfilm om een ononderbroken film te behouden en weerstand te bieden tegen belasting, snelheid, temperatuur en schokbelasting.
Filtreerbaarheid
Het vermogen van een vloeistof om vrij te passeren door een filter zonder tot verstoppingen te leiden.
Floc Point
De hoogste temperatuur waarbij een vlokkig verzameling van waskristallen vrijkomt, wanneer een Freon oplossing een olie afkoelt onder de voorgeschreven voorwaarden.
FZG Test
Een Duitse Gear Test voor de evaluatie van het EP eigenschappen.
Gasolie
Een laag accijns destillaat, intermediair in karakter tussen kerosine en licht smeerolie. Het wordt gebruikt als een verwarmings-olie en als brandstof voor stationaire dieselmotoren.
Geblende Olie
Een minerale olie waar plantaardige olie, dierlijke olie of andere chemische stof aan toe is gevoegd om speciale eigenschappen te geven.
Gemengde Base Grease (gemengde zeep vet)
Een vet gemaakt door co-kristallisatie van twee of meer metaalzepen meestal lithium en calcium.
Gemengde smering
Het smering regime dat bestaat bij de bewegende vlakken worden gescheiden door een ononderbroken film van het smeermiddel met een dikte vergelijkbaar met de ruwheid van het oppervlak.
Gietpunt
Het vloeipunt van een smeermiddel is de laagste temperatuur waarbij het smeermiddel zonder verstoring zal stromen, als het wordt gekoeld onder bepaalde voorwaarden.
Giet Stabiliteit
Het vermogen van een olie naar zijn oorspronkelijke ASTM vloeipunt te handhaven, wanneer herhaaldelijk wordt onderworpen aan winterse omstandigheden.
Glycol
Een chemische verbinding die twee hydroxyl (-OH) groepen bindt.
Graad Engler
Een maatgeving van viscositeit. De verhouding van de tijd van de doorstroom van 200 ml van de geteste vloeistof (door middel van de viscosimeter bedacht door Engler) tot de tijd die dezelfde hoeveelheid water nodig heeft om door te stromen, genereert het aantal graden Engler.
Grenssmering
Een smeringsregime waarin de smeerfilm van het smeermiddel te dun is. Hierbij wordt de last deels gedragen door direct contact tussen (grotere) oppervlakten en wordt de belasting deels gedragen door een zeer dunne smeerfilm. Er wordt ook vaak gesproken van onvolmaakte smeerfilm of niet-viskeuze smering.
Grensvlakspanning (I.F.T)
De energie per oppervlakte-eenheid aanwezig op de grens van twee niet-mengbare vloeistoffen. Het is algemeen gemeten als de kracht per lengte-eenheid nodig is om een dunne draad of ring door de interface te tekenen.
Grafiet
Een zachte vorm van elementair koolstof, grijs tot zwart van kleur. Van nature of wordt gesynthetiseerd uit steenkool of andere koolstof bronnen; op grote schaal gebruikt als vast-smeermiddel alleen of toegevoegd aan conventionele smeermiddelen.
GTL
Hoofdzakelijke iso-paraffinische structuur uit aardgas gefabriceerd
Deze basisolie wordt uit aardgas gefabriceerd. Daarom heeft hij bijzondere afwijkende eigenschappen van andere basisolie. Zo is deze basisolie vrij van zwavel. en vrij van inorganische verbindingen. Ondanks dat ze op parafinische structuur lijken klonten ze niet samen tot wax. Deze basisolie heeft een bijzondere weerstand tegen oxideren en thermische belasting.
HVI
Hoge viscositeit index, dat wil zeggen een viscositeitsindex tussen ongeveer 85 en ongeveer 115.
Hydrostatische Smering
Een systeem van smering waarbij het smeermiddel, door een pomp, onder druk aan het draagvlak wordt aangevoerd.
Hydraulische olie
Een olie die speciaal geschikt is voor gebruik als een overbrenging van het kracht medium in hydraulisch bediende apparatuur.
Hydrodynamische smering
Tijdens deze smeringsregime zorgt de relatieve beweging van de glijvlakken voor de vorming van een smeerfilm, die over voldoende sterkte beschikte om de oppervlakken te scheiden. Dit smeringsregime biedt de beste smeercondities wanneer de twee bewegende oppervlakken volledig zijn gescheiden door een relatief dikke film van het smeermiddel.
Energie zuinige smeermiddelen hebben de minst mogelijke dunne (hydrodynamische) smeerfilm waarbij nog steeds de juiste bescherming geboden wordt. Naast de smeerfilm spelen energie verlagende additieven een grote rol bij het verlagen van de interne weerstand.
Kwaliteitsverschillen zitten in de optimale bescherming ook op de langere termijn. Daarnaast speelt reinheid een belangrijke factor waarin de diverse kwaliteiten van elkaar verschillen. De door Shell geselecteerde smeermiddelen zijn de top uit de markt.
Hydrotreating
Gekraakte koolstofstromen kunnen worden verzadigd en gestabiliseerd door het omzetten van alkenen naar alkanen. De onverzadigde structuur wordt feitelijk verzadigd, zodat zich daar geen andere deeltjes kunnen binden (veroudering). Zo worden paraffine en smeerolie opgewaardeerd met betrekking tot kleur, oxidatie stabiliteit en lager zwavelgehalte. Gedurende het proces wordt waterstof onder geschikte temperatuur en druk toegevoegd m.b.v. een katalysator.
Hydrolytische stabiliteit
Het vermogen om de aanwezigheid van water te weerstaan. Dit is niet vanzelfsprekend want
De aanwezigheid van water kan aanleiding zijn tot veel ellende denk maar eens aan
- sommige additieven lossen beter op in water dan in olie
- bepaalde synthetische smeermiddelen kunnen makkelijk bij aanwezigheid van water chemische ontbinden
- corrosie kan overal in het systeem problemen veroorzaken
- cavitatie kan door aanwezigheid van water op meerdere plekken in het systeem spontaan ontstaan
- bacterievorming (witte smurrie) veroorzaken die de vloeibaarheid aantasten
- hierdoor kunnen filterblokkades weer makkelijk ontstaan etc etc
Isolerende olie
Een olie die wordt gebruikt in de automaten, schakelaars, transformatoren en andere elektrische apparaten voor het isoleren en / of koeling en of conserveren. In het algemeen; oliën zijn goed geraffineerde aardolieproducten distillaten van lage volatiliteit, met een hoge weerstand tegen oxidatie en vorming van afzettingen.
ISO-viscositeitsgraad (VG) Systeem
De ISO viscositeit classificatiesysteem is een indeling van industriële smeermiddelen volgens de viscositeitklasse, goedgekeurd door de International Standards Organisation. Elke ISO viscositeitsgraad aantal komt overeen met de midden-punt van een viscositeitsgebied uitgedrukt in mm2 / sec bij 40 Celsius.
Kerosine
Een uit aardolie product gewonnen product met een kooktraject tussen de geschatte grenzen van 140 ° C en 270 ° C, die aan specifieke kwaliteitseisen voldoet. Kerosine ontbrandt dus minder makkelijk dan diesel.
Kinematische viscositeit
Een definitie van viscositeit vaak gebruikt door fabrikanten van industriële smeermiddelen. Het is gelijk aan de dynamische viscositeit van een vloeistof, gedeeld door de dichtheid ervan. De standaard eenheid van kinematische viscositeit is de Stoke en wordt uitgedrukt in mm2/s (vroeger: cSt ofwel centiStokes).
Zie ook absolute viscositeit, Dynamische viscositeit en viscositeit.
Kleur
Kleur zegt niets over kwaliteit van smeermiddelen. Het is wel een factor bij veranderingen, zoals vertroebeling of sterke snelle kleurverandering. Alleen op basis van kleur kan nooit eenduidige conclusies worden getrokken. Soms wordt er een kleur toegevoegd aan een smeermiddel om lekkages te kunnen opsporen Ook wordt er soms een kleur toegevoegd aan een smeervet toegevoegd om de beter te kunnen doseren.
Kleverig / aanhechting
Een beschrijvende term toegepast op vetten en oliën te beschrijven die bijzonder plakkerig of samenhangend zijn. Voor veel smeervetten een belangrijke eigenschappen zeker in combinatie met de aanwezigheid van water.
Kleverigheid toevoegingmiddel / aanhechting additief
Een additief die opgenomen kan worden in de formulering van smeermiddelen voor de leibanen en open tandwielen toepassingen. Het smeermiddel krijgt hierdoor betere glijkarakteristieken.
Koolwaterstof
Een verbinding met uitsluitend waterstof en koolstof. De eenvoudigste koolwaterstoffen zijn gassen bij normale temperaturen, vloeibaar bij toenemend moleculair gewicht (ketenlengte) en ten slotte de vaste toestand. Zij vormen de voornaamste bestanddelen van aardolie.
Lage viscositeit Index (LVI)
Lage viscositeit index, een viscositeit index van minder dan ongeveer 30. Lage viscositeit index, gewoonlijk onder de 40 VI-eenheden.
Lak
Een harde, glanzende, transparante coating vaak te vinden in motoren. Lakafzetting is het gevolg van oxidatie en polymerisatie van brandstoffen en smeermiddelen onder blootstelling bij hoge temperaturen. Vergelijkbaar met, maar harder dan normale lak. Niet iedere motorolie heeft een goede weerstand tegenlakafzettingen.
Lek Olie
De olie die aanwezig is op het oppervlakte van een metaalbewerkingsvloeistof. Deze olie is afkomstig van machine smeersystemen, denk aan lekkende koppelingen, zwetende leidingen, overmatige smering etc etc. Lekolie is een grote bron van emulsie veroudering, omdat dit een voedingsbodem voor bacteriën betreft.
Liquified Petroleum Gas (LPG)
Commercieel vloeibaar gemaakt gas bestaat voornamelijk uit propaan, butaan of mengsels daarvan. Lichte koolwaterstof, gasfase bij atmosferische temperatuur en druk, in de vloeibare toestand onder druk gehouden om opslag, vervoer, en de behandeling te vergemakkelijken.
Liquified Natural Gas (LNG)
Vergelijkbaar met LPG, maar bestaat uit lichtere koolwaterstoffen, zoals methaan en ethaan (kortere ketenlengte).
Lithium Base Grease
Een product bereid uit een smeerolie verdikt met lithium zeep. Lithium zepen zijn bestand tegen zowel warmte als vocht.
Macro emulsie
Een metaalbewerking vloeistof met een hoog oliegehalte (40% tot zelfs 80%). Zoals het wordt verkocht alleen bestaat uit olie, emulgatoren, olie-oplosbare smeermiddelen, corrosie-inhibitoren, enz. Wanneer het concentraat gemengd wordt met water, creëert dit een emulsie met een melkachtig uiterlijk.
Mechanische stabiliteit
De weerstand tegen het breken. Bij vetten denk aan het zeep-skelet onder invloed van mechanische belasting. Bij smeerolie denk aan lange koolstofketen, in hoog viskeuze vloeistoffen en VI verbeteraars.
Micro-emulsie
Een emulsie van olie in water met zeer kleine deeltjesgrootte zodat de emulsie doorschijnend tot doorzichtig lijkt.
Micropitting
Hetzelfde als pitting waarbij de deeltjes nog kleiner zijn.
MIL Spec
Militaire specificatie gepubliceerd door het Amerikaanse ministerie van Defensie, betreft kwaliteitseisen van producten die worden gebruikt door de militaire organisaties.
Minerale olie
Olie uit een minerale bron, zoals aardolie, in tegenstelling tot olie afkomstig van planten , dieren en synthetisch vervaardigde olie. Er bestaan heel veel soorten basis olien maar de basisgroepen bestaan uit parafinische, naftenische en aromatische basis.
Molybdeendisulfide
Een chemische verbinding van molybdeen en zwavel, die als vast smeermiddel gebruikt wordt. De moleculaire structuur van de deeltjes bestaat uit plaatjes/schijfjes, waardoor het drukken goed verspreid worden over het oppervlak.
Monograde
Een olie met een viscositeit die aan de eisen van slechts aan een graad van de SAE indeling systeem voldoet.
MSDS
Material Safety Data Sheet ook wel veiligheidsinformatiebladen genaamd.
Multigrade olie
Motorolie dat aan de eisen van meer indelingen van een SAE viscositeitsschaal voldoet en derhalve kan worden geschikt voor gebruik over een groter temperatuurbereik. Een veel gemaakte misvatting over motoroliekwaliteit is dat deze waarde op zichzelf niet veel zegt over de kwaliteit van een motorolie. Het zegt alleen iets over de inzet qua temperatuur maar niets over de periode waarover dit temperatuurbereik behaalt wordt en over alle andere belangrijke motorolie-eigenschappen zoals reinigend vermogen, weerstand tegen slijtage, anti-corrosie, roet opnemend vermogen, antischuimgedrag, effect van motorolie op de effectiviteit op katalysatoren, weerstand tegen borepolishing, mogelijke weerstand tegen lakvorming etc etc.
Multipurpose Grease / Multifunctioneel smeervet
Een smeervet geschikt voor een verscheidenheid aan toepassingen, zoals het chassis, wiellagers, kruiskoppelingen en waterpompen op auto-onderdelen, meestal lithium-gebaseerd.
MVI
Medium viscositeit index, een viscositeitsindex tussen ongeveer 40 en ongeveer 85.
Nafteen
Een van een groep van cyclische koolwaterstoffen, ook wel cyclo-paraffinen of cyclo-alkanen waarvan de moleculen ten minste een gesloten ring van koolstofatomen bevatten. Polycyclische leden komen ook in de hoger kokende fracties voor. De algemene formule voor Nafteen is CnH2n.
Naftenische Basis Oliën
Ruwe basisolie met een hoog percentage cyclo-koolwaterstofmoleculen (ring) en een onregelmatige ketenstructuur
Een karakterisering van bepaalde aardolieproducten bereid uit naftenische type ruwe olie. Deze olie blijft makkelijk vloeibaar bij lagere temperaturen.
Natrium Base Grease
(Soda vet). Een vet bereid uit een smeerolie, verdikt met Sodium zeep. Natrium indikkers zijn stabiel bij hoge temperaturen, maar wassen gemakkelijk uit in vochtige omstandigheden.
Neutralisatie Aantal
Een term die nog steeds wordt gebruikt in de aardolie-industrie, maar snel aan het verouderen is in het smeringsveld.
Zie ook Total Acid Number en Total Base Number.
NLGI
Een afkorting voor "National Grease Instituut". Een technische organisatie ten dienste van de vet-industrie.
NLGI klasse
Dit is de stijfheid van een vet uitgedrukt in 000 tot 6. Voor de meeste smeervetten eindigt de schaal bij NLGI 3 klasse. De lagere worden veelal in centrale systemen toegepast.
Niet-zeep verdikkingsmiddel
Een verdikkingsmiddel die zowel thermisch als mechanisch verspreid kunnen worden in vloeibare smeermiddelen om zo een smeervet te vormen. Zo kunnen deze verdikkingsmiddelen bestaan uit klei, silica gel, roet of een speciaal behandeld of synthetisch materiaal (synthetisch verdikkingsmiddel). Andere soorten worden anorganische bindmiddelen genoemd.
Octaangetal
Een term in numerieke weergave van de relatieve anti-knock waarde van een benzine. Het octaangetal van een benzine hangt af van de koolwaterstof samenstelling en wordt verbeterd door de toevoeging van anti-knock verbindingen.
Olieafscheiding
Komt voor bij vetten, het scheiden van de basisolie met het verdikkingsmiddel.
Oneffenheden
Microscopische pieken en dalen op metalen oppervlakken die rechtstreeks verband houden met ruwheid oppervlak (en de normale afwerkingen van bewerkingsprocessen).
Oxidatie Inhibitor
Een stof in kleine hoeveelheden toegevoegd aan een smeerolie om de oxidatie weerstand te verhogen, waardoor er een verlenging van de olielevensduur ontstaat; ook wel een antioxidant genaamd.
Oxidatiebestendigheid
De weerstand van een aardolieproduct om oxidatie tegen te gaan. De beschikbare tests simuleren een versnelde veroudering.
PAG
Polyglycool. Een hoog smerende synthetische basisolie die zwaarder is dan water en absoluut niet mengbaar is met andere oliesoorten! Polyglycolen kunnen verf en afdichtingen aantasten als ze niet daarop afgestemd zijn.
PAK
Poly-aromatische koolwaterstoffen.
PAN
Fenyl-Alpha-Naftylamine, een veelgebruikte antioxidant.
PAO
Poly-alfa-olefine. Een synthetische basisolie veel toegepast in motorolie en tandwielkasten.
Paraffine
Een alternatieve term voor alkaan.
Paraffine basisolie
Verzadigde koolwaterstoffen met open keten structuur, met een hoog percentage van niet-vertakte alifatische koolwaterstof moleculen
Een karakterisering van bepaalde uit aardolie bereide producten uit paraffinische type ruwe olie. Bij lage temperaturen kunnen de moleculen samenklonten tot een vaste wax substantie. Smeerolie gemaakt van deze ruwe olie wordt doorgaans onderscheiden van de overige ruwe olie door hogere API-dichtheid en een hogere viscositeitsindex. Parafinische basis olie is de meest toegepaste olie in industriele smeerolie.
Paraffinische Wax
Koolwaterstoffen van vaste consistentie met een relatief uitgesproken kristallijne structuur, gewonnen uit bepaalde aardoliedestillaten. Geraffineerde paraffine heeft een zeer laag oliegehalte, is wit van kleur, met een zekere mate van doorschijnendheid, bijna reukloos en smaakloos en dat iets vettig aanvoelt.
PCA
Poly Cyclische Aromaten.
PCB
Poly-gechloreerde Bifenyl.
Penetratie of Penetratie Getal
Een maatregel van de hardheid en de consistentie van smeervetten in termen van de afstand in tienden van een millimeter. Waarbij een gewogen speciale naald of conus zal doordringen van het monster in 5 seconden. De temperatuur tenzij anders vermeld bedraagt 25C. Hoe zachter het vet des te lager het penetratie getal. Dit getal wordt ook wel de NLGI klasse genoemd.
Pensky-Martens Closed Cup (PMCC)
Het apparaat voor de bepaling van de gesloten vlampunt van stookolie. Smeerolie en andere aardolieproducten.
Petrolatum Vaseline
Een geleiachtige product dat wordt verkregen uit aardolie en heeft een microkristallijne structuur. Vaak gebruikt in roestwerende middelen.
Pitting
Een vorm van slijtage, door overbelasting ontstaan kleine lasverbindingen op tandflanken als gevolg van hoge piekdrukken. Hierdoor ontstaan kleine haarscheurtje als gevolg van metaalmoeheid breken hele kleine metaaldeeltjes uit.
Polyglycool (PAG)
Polyglycool is een synthetische basisolie van superieure kwaliteit met een uitzonderlijk hoge stabiliteit en smerend vermogen. Deze basis olie wordt veelal toegepast bij wormwiel, tandwielen, lagers en compressor smering waar de omstandigheden de vraag van de unieke eigenschappen van deze vloeistoffen. Ze bieden een uitstekende bescherming tegen slijtage, thermische en oxidatie stabiliteit resulteert in minder slib en de vorming van afzetting.
Polymeer
Een chemische verbinding van grote moleculaire grootte, die is opgebouwd uit tal van kleinere moleculen die aan elkaar zijn gaan koppelen.
Procesoliën
Procesoliën worden niet gebruikt als smeermiddel, ze worden gebruikt als chemische componenten in de vervaardiging van rubber, kunststof en andere polymere materialen.
Reinheid
Om de inzetbaarheid van een hydraulische aandrijving te garanderen is een optimale conditionering van de vloeistof een eerste vereiste. Daarbij zijn onder andere van belang:
- de reinheidsgraad (of aantallen vaste verontreinigingen),
- het water- en het luchtgehalte
- het additievenpakket
- de temperatuur
- de vervuiling door micro-organismen
Dit vraagt om een juiste keuze van de voor de conditionering benodigde hulpmiddelen, zoals filters, koelers, verwarmingen, drogers en soms ook biociden. Hierdoor wordt niet alleen de betrouwbaarheid en de veiligheid van de aandrijving vergroot, maar neemt ook de standtijd van de componenten (het systeem) en van de hydraulische vloeistof aanzienlijk toe.
Remmer
Elke stof die vertraagt of voorkomt dat een chemische reactie plaatsvinden.
Rust Inhibitor
Een additief opgenomen in wat smeermiddel om de vorming van roest op gesmeerde oppervlakken te beperken.
SAE
Society of Automotive Engineers, een organisatie ten dienste van de automobielindustrie.
SAE (viscositeit) Getal
De Society of Automotive Engineers heeft een indeling voor motor, transmissie en differentieel smeermiddelen opgesteld op basis van hun viscositeit.
SAE-systeem
Een systeem bedacht door de Society of Automotive Engineers voor de indeling van de motor en de auto-transmissie smeermiddelen volgens de eerste plaats om de viscositeit
Saybolt Furol Viscositeit
De tijd in seconden die nodig is voordat 60 kubieke centimeter vloeistof door de opening van een Saybolt Furol Viscometer stroomt, bij een bepaalde temperatuur en onder bepaalde voorwaarden. De opening van de furol viscosimeter is groter dan die van de universele viscosimeter, dat wordt gebruikt voor meer viskeuze vloeistoffen.
Saybolt Universal Viscositeit
De tijd in seconden die nodig is voordat 60 kubieke centimeter vloeistof door de opening van de Standard Saybolt Universal Viscometer stroomt, bij een bepaalde temperatuur en onder bepaalde voorwaarden.
Samendrukbaarheid
De mate waarin het volume van een (vloei)stof/smeervet wordt verlaagd wanneer druk wordt toegepast. Uiteraard is dit o.a. een zeer belangrijke factor bij hydraulische oliën, zeer hoge drukken mogen niet tot onnauwkeurigheid leiden. Bij vetten kan een smeervet hierdoor niet geschikt zijn voor centrale smeersystemen omdat ze moeilijk te verpompen zijn.
Scavenging
Een slijtage patroon in het Nederlands ploegschade genaamd. Er blijft een schade patroon in het oppervlakte achter van (piek)afdrukken van het contactoppervlak.
SCL
Een zink, chloor en lood onderdeel extreme druk additief pakket ooit gebruikt voor auto type tandwiel smeermiddelen. Is grotendeels vervangen door zwavel / fosfor materialen.
Scuffing
Komt veelvuldig voor bij tandwielsmering, een vorm van slijtage die ontstaat wanneer de directe metaal-op-metaal contact tussen tanden plaatsvindt. In het Nederlands abrasieve slijtage genaamd.
Scuffing Deeltjes
Scuffing deeltjes zijn groot, gedraaid en verkleurd.
Schuim
Ingesloten lucht direct onder het oppervlakte in een smeermiddel. Schuimvorming heeft nadelige gevolgen zo:
- beperkt het de warmteoverdracht met de lucht,
- bevordert het oxidatie van olie,
- kan overstroming veroorzaken,
- kan sensoren verkeerde signalen laten doorgeven,
- kan de smeerfilm verzwakken (indien er lucht ingesloten zit in de smeerfilm)
- zal er pompslijtage optreden als lucht wordt aangezogen (cavitatie)
- zullen hydraulische systemen niet accuraat reageren
- etc. etc.
Semi-synthetisch in de metaalbewerking
Een metaalbewerking vloeistof met een matig tot laag gehalte aan minerale olie, meestal 5% tot 30%. Emulsies vormen in het algemeen een fijn disperse micro-emulsie.
Silicone
Een complex synthetisch polymeer, bestaande uit herhaalde silicium (i.p.v. Koolstof) vaak gebruikt waar een chemisch inert smeermiddel is vereist.
Slijpbrand
ontstaat wanneer gecarboneerd of gehard staal zeer lokaal te maken krijgt met oververhitting gevolgd door een snelle afkoeling. Bijvoorbeeld als gevolg van te zwaar slijpen (bijv lange dressinterval in combinatie met te weinig koeling).
Door de grote hitte die dan ontstaat, kan de temperatuur van het oppervlak stijgen tot boven de bij het harden gehanteerde ontlaattemperatuur (OMT). Dit heeft twee effecten op het tandwiel. Ten eerste loopt de hardheid lokaal terug hetgeen een negatieve invloed heeft op de belastbaarheid. Daarnaast veranderen ook de spanningen in het materiaal.
Daarnaast bestaat de kans dat juist door de hoge piek temperatuur er lokaal spontaan een hardingsproces plaatsvindt (UMT). Dit is een "ongecontroleerd" hardingsproces.
Smeermiddel
Elke stof tussen twee oppervlakken in een relatieve beweging ten behoeve van vermindering van de wrijving tussen hen. Of eenvoudiger elke stof geplaatst tussen twee oppervlakken in relatieve beweging om hun optreden te vergemakkelijken.
Smeervet
Een smeervet is het eenvoudigst voor te stellen als een spons die smeerolie vasthoudt en olie laat vloeien als deze mechanisch wordt belast. Iets formeler een solide viskeus fluïdum product dat bestaat uit dispersie van een verdikkingsmiddel (ook wel vet-skelet genaamd) in een vloeibaar smeerolie. Andere ingrediënten (additieven) voor die speciale eigenschappen kunnen onderdeel uitmaken van de formulatie.
Smering
Elke proces waarbij de wrijving tussen twee bewegende oppervlakken wordt vermindert.
Snijolie
Pure olie toegepast op een snij- en slijpgereedschap om te helpen bij het snijden en slijpen door smeren, koelen of afvoeren van verspaningsdelen. Overigens wordt met snijolie ten onrechte koelsmeeremulsies bedoeld.
Spindel Olie
Een lage viscositeit olie is bestemd voor de smering van de hoge snelheid spindels, zoals die gebruikt worden in metaalbewerkingsmachines, en voor licht, high-speed machines.
Stabilisator
Een additief die deel kan uitmaken van vet-formuleringen om ervoor te zorgen dat de basisolie en verdikkingsmiddel een stabiele en uniforme samenstelling blijven.
Stabiliteit
Vermogen van een smeermiddel om natuurlijke afbraak te weerstaan tegen reacties, denk aan invloed aan Uv-straling, warmte of zuurstof blootstelling.
Statische wrijving
De wrijving tussen twee oppervlakken die nog niet in relatieve beweging zijn, maar de neiging hebben om over elkaar heen te gaan glijden. De waarde van de statische wrijving wordt vastgesteld op het moment relatieve beweging begint.
Stick-slip
Een schokkerig beweging waarin een bewegend onderdeel van een machine de neiging heeft vast te zitten, totdat de statische wrijving zo ver opbouwt tot een maximum en dan kortstondig glijdt als de statische wrijving wordt overwonnen.
Dit proces herhaalt zich kortstondig achter elkaar. Als gevolg hiervan kan ernstige slijtage ontstaan, omdat de smeerfilm telkens tekort schiet.
Stolpuntsverlager
Een additief dat het gietpunt verlaagt van aardolieproducten door het stollen van was te verminderen en te stollen tot een vaste massa.
Straight minerale oliën / basis olie
Oliën die geen stoffen of additieven bevatten.
Stribeck Curve
Synthetische
Kunstmatig geproduceerd in plaats van vrij in de natuur voorkomend.
Synthetisch verdikkingsmiddel
Zie niet-zeep verdikkingsmiddelen.
Synthetische ester
Olie molecuul bereid door reactie van een organisch zuur met een organische alcohol. Bezit specifieke smeermiddel eigenschappen.
Synthetische koolwaterstof
Olie-molecuul vervaardigd middels reacties van paraffinische materialen.
Synthetische smeermiddelen
Een smeermiddel vervaardigd uit materialen die niet van nature voorkomen in ruwe olie, maar door een chemische proces.
Synthetische snijvloeistof
Een metaalbewerking vloeistof die geen minerale olie bevat. De additieven zijn volledig oplosbaar zijn in water.
Thermische geleidbaarheid
Het vermogen van een vaste stof of vloeistof om warmte over te dragen.
Thermische stabiliteit
Het vermogen van een stof om degradatie te weerstaan onder invloed van hitte.
Thixotrope
Het vermogen van een vet of sommige gels die in de samenhang af te nemen wanneer het wordt blootgesteld aan mechanische belasting. Het bijzondere is dat zich het terugkeert naar de oorspronkelijke samenhang wanneer de belasting wordt verwijderd.
Timken OK Load
De maximale belasting die een smeermiddel kan weerstaan zonder dat de oliefilm bezwijkt, zoals plaatsvindt in de Timken EP Smeermiddel Tester.
TOST
Turbine olie Oxidatiebestendigheid(s) Test.
Toxiciteit
Het vermogen van een stof om schade aan levende organismen te brengen.
Turbine Kwaliteit
Smeerolie basisoliën geschikt voor turbine toepassingen, na behandeld middels hydro-treating. Deze basisoliën vertonen verbeterde oxidatie stabiliteit ten opzichte van normale basisoliën.
Universele Tractor Transmissie Olie UTTO
Een smeermiddel voor landbouwtrekkers en landbouwmachines die in staat is tegelijkertijd het uitvoeren van de functies van een transmissie-olie en hydraulische olie.
Super tractor Olie Universeel STOU
Deze gecombineerde functie is een beetje achterhaald, omdat de specifieke eisen voor motorolie zo ver af liggen van de transmissie en hydraulische eisen. Daarom wordt tegenwoordig (vanaf 1994) motorolie apart gespecificeerd. De transmissie en hydraulische systemen worden nog wel universeel ingedeeld in de zogenaamde UTTO smeermiddelen (nog wel relevant).
Vast smeermiddel
Elke vaste vorm van smeermiddel om wrijving en slijtage te verminderen. Afschuifkrachten worden verminderd door de kristalstructuur van een vast smeermiddel. Voorbeelden hiervan zijn grafiet, molybdeendisulfide, en bepaalde zepen. Smeervet is niet een vast smeermiddel, maar kan vaste smeermiddelen bevatten als additieven.
Varnish
Varnish is een dunne oranje-bruine en soms ook zwarte afzettingslaag die zich gevormd heeft in een oliesysteem. Deze afzetting bestaat uit macro-moleculen (lange koolstofketens) en verouderingsproducten die niet meer in zweving (dispersie) in de olie kunnen blijven. Deze afzetting laat zich niet zomaar verwijderen met poetsen, maar is veel hardnekkiger.
Oorzaak van Varnish ligt meestal bij ge-oxideerde en/of thermisch overbelaste smeerolie.
Gevolg van Varnish:
- Hydraulische (servo)kleppen die niet meer goed schakelen
- Temperatuur neemt toe
- De oliekoeler zijn efficiency verliezen
- Olieveroudering versneld worden
Mocht u dit tegen komen in uw systeem wij hebben hier goede oplossingen voor. Neem contact met ons op en wij adviseren u verder.
Verdikkingsmiddel
Een substantie die wordt gebruikt bij het maken van vetten, dat is vermengd met een basisolie om een stabiele semi-vaste product te produceren.
Verpompbaarheid (smeervet)
Het vermogen van een smeervet om onder druk, door leidingen te worden verpompt. Vaak worden leidingen onjuist gedimensioneerd in vet doseersystemen, zodat de indikker zich ophoopt in en voor bochten of andere obstakels.
Verzeping
De chemische omzetting van een vetzuur en base of loog in een zeep. Een essentieel proces in vet productie.
Vet
Een dier of een plantaardige olie die in combinatie met een alkalische stof stolt om zo een zeep te vormen.
Vetzuur
Een organisch zuur van alifatische structuur die oorspronkelijk afkomstig zijn van vetten en vette oliën.
Vier-kogel (four ball) Methode
Een van de twee smeermiddel testprocedures - de vier-bal belastingsmethode en de vier-bal extreme druk-methode. De testmethoden beoordeelt de anti-slijtage eigenschappen van smeermiddelen onder uiteenlopende testomstandigheden. Bij de ene methode wordt de maximale belasting getest en de andere de hoeveelheid slijtage bij een gedefinieerde belasting.
Viscositeit-eenheden zijn:
Centipoise, CP: afgeleide eenheid van dynamische viscositeit (= 1c.P 1MPa s)
Centipoise, cSt: afgeleide eenheid van kinematische viscositeit (1cSt = 1mm2 / s)
Engler Graden, ° E: Empirisch toestel eerder populair in Europa en normaliter gemeten bij 20, 50 of 100 ° C.
Redwood No.1 Seconden: Viscositeit gemeten empirisch door stroming door een kantoor, van oudsher in het Verenigd Koninkrijk. Normaal gemeten op 70.140 en 200 ° C.
Saybolt Universal: Empirisch toestel nog steeds veel gebruikt in de VS en in de raffinage seconden, SSU of SUS Technology. Normaal gemeten op 100.130 of 210 ° C.
mm2 / s: Een andere SI-eenheid voor kinematische viscositeit
Viscositeit Index: (VI)
Een index meestal tussen 0 en 200, die een maat is van de verandering van de viscositeit een vloeistof in verhouding tot de temperatuursverandering. Hoe hoger de viscositeitsindex hoe kleiner de verandering in de viscositeit t.o.v. de temperatuursverandering.
Lage viscositeit index (LVI) oliën verminderen snel in viscositeit ('dikte') als de temperatuur stijgt. Deze oliën hebben VI’s in e bereik van 0 tot 30.
Medium viscositeit index (MVI) oliën verminderen minder van viscositeit dan LVI oliën als de temperatuur stijgt. Ze hebben VI’s in het bereik van 30 tot 85.
Hoge viscositeitsindex (HVI) oliën hebben VI’s van 85 tot 110, en hebben de beste temperatuur viscositeitscoëfficiënten t.o.v. conventionele basisoliën.
Moderne raffinage technieken zoals selectieve hydro-cracking (XHVI) en andere syntheten, kunnen basisoliën genereren met natuurlijke VI’s van meer dan 140.
Viscositeitsindex Improver
Een smeermiddel additief (meestal een hoogmoleculair polymeer), dat de viscositeit van een olie minder laat veranderen bij temperatuur wijzigingen. Deze VI verbeteraars kom je in veel formulering tegen zoals Multigrade motorolie, bepaalde hydrauliek olie, transmissie olie etc.
Viscositeitsklasse
Een indeling die smeermiddelen karakteriseren volgens de viscositeit voor bepaalde toepassingen, zoals industriële oliën, versnellingsbakolie, motoroliën, differentieeloliën, en vliegtuigen met zuigermotoren, oliën.
Vlampunt
De laagste temperatuur van een vloeistof waarbij voldoende damp ontstaat om een brandbaar mengsel met lucht te vormen boven de vloeistof, die tijdelijk zal ontsteken bij blootstelling aan een vlam.
Vlampunt Test (COC)
Zie Cleveland Open Cup-Tester.
Vloeigrens
Het punt waarop een vet begint juist begint te stromen wanneer de druk wordt toegepast.
Volatiliteit
De neiging van een olie te verdampen bij verhitting.
Vorm Olie
Een olie gebruikt bij het vervormen van metalen naar gewenste vorm middels vervormmatrijzen. Belangrijk bij deze toepassing is dat de olie goed op hun plaats blijft en zich niet laten wegwrijven.
W
Bij gebruik in de SAE-systeem voor de indeling van olie, een indicatie dat de olie is geschikt voor gebruik in de winter.
Waterafscheiding
Het vermogen om water af te scheiden van een olie. Hoe hoger het waterafscheidingsgetal, des te sneller de vloeistof scheidt van het water. Water afscheidend vermogen is een belangrijke factor voor onderhoud in veel circulerende smeersystemen. Ook voor anti-corrosie vloeistoffen is de snelheid en effectiviteit van waterafscheiding zeer cruciaal. Waterafscheiding wordt soms uitgedrukt in kubieke centimeter per uur, of bezinking van een vloeistof uit een emulsie onder bepaalde condities.
Witte oliën
Lichtgekleurde minerale oliën meestal ver doorgeraffineerd om stikstof en zwavel, onverzadigde verbindingen en aromatische materiaal te verwijderen. Werkzaam in de medische en farmaceutische preparaten, en als basis voor crèmes, zalven en zalven, maar ook gebruikt in smeermiddelen.
Witte Spirits
Vaak terpentine genaamd. De fracties intermediair tussen benzine-en kerosine met een kooktraject van 150 °C tot ongeveer 200 °C. Veelal gebruikt in verven.
Wrijving
De tegengestelde kracht die ontstaat aan de gemeenschappelijke grens als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar worden gedrukt. Wrijving kan leiden tot vormverandering en warmteproductie.
Wrijvingscorrosie
Een proces van mechanische slijtage in combinatie met een chemische reactie. Deze kan plaatsvinden aan de gemeenschappelijke grens van geladen contactoppervlakken met kleine oscillerende relatieve beweging.
Wrijvingscoëfficiënt
De verhouding van de wrijvingskracht tussen twee lichamen op de loodrechte kracht of belasting tussen hen.
Ofwel de wrijvingscoëfficiënt is een getal dat de mate van wrijving tussen twee oppervlakken aangeeft. Experimenteel is gebleken dat in een groot bereik de wrijvingskracht evenredig is met de normaalkracht, de kracht waarmee de oppervlakken tegen elkaar gedrukt worden. De wrijvingscoëfficiënt is de evenredigheidsfactor. Er wordt onderscheid gemaakt in statische wrijvingscoëfficiënt en dynamische wrijvingscoëfficiënt. De statische wrijvingscoëfficiënt is de verhouding tussen de maximaal optredende wrijvingskracht voordat de oppervlakken ten opzichte van elkaar gaan bewegen en de normaalkracht. De dynamische wrijvingscoëfficiënt is de verhouding tussen de wrijvingskracht en de normaalkracht als de oppervlakken ten opzichte van elkaar bewegen.
als er geen onderlinge beweging is en indien wel.
Waarbij:
▪ : de wrijvingskracht;
▪ : de kracht loodrecht op het oppervlak (de normaalkracht);
▪ : de statische wrijvingscoëfficiënt.
▪ : de dynamische wrijvingscoëfficiënt.
XHVI ®
Is een geregistreerd handelsmerk gebruikt om synthetische basisoliën te beschrijven, vervaardigd met een uitzonderlijk hoge viscositeitsindex.
Zeep
Een verbinding die wordt gevormd in de reactie tussen een metaal hydroxide (zoals kalk) en een vetzuur (een organisch zuur afgeleid van natuurlijke vetten), bijv. lithium, calcium zeep in vet. De gewone zepen bestaan uit natrium en kalium. De zepen van lithium, calcium, natrium en aluminium zijn de belangrijkste bindmiddelen gebruikt in vet productie.
Zwavelhoudende Olie
Een olie waarin elementaire zwavel voorkomt. Gebruikt in toepassingen waar reactieve zwavel is gewenst om extreme druk eigenschappen, zoals in de Transmissie oliën en Snijolie.